4 artikelen uit het clubblad van Februari 2022
Terug naar overzicht | |
Klimaatverandering heeft invloed op onze grondstoffen |
februari 2022 |
![]() |
|
Klimaatverandering heeft invloed op onze grondstoffen Het is onmiskenbaar dat we de laatste jaren te maken hebben met klimaatrecords en dat de gemiddelde jaartemperaturen stijgen. Bovendien komen er vaker zomers voor met hoge temperaturen en weinig neerslag. Het is duidelijk dat het weer een sterke invloed heeft op de ontwikkeling van verschillende belangrijke verbindingen in hop. Verschillen veroorzaakt door fluctuerende klimaatomstandigheden kunnen zelfs groter zijn dan die tussen de hopvariëteiten zelf. Door onderzoekers zijn brouwtests uitgevoerd met een tweetal nieuwe Duitse hopvariëteiten, te weten Callista en Ariana. Callista is een dochter van Hallertauer Tradition en had in 2015 een α-zuurgehalte van 1,8% en in 2015 3,3%. Ariana stamt af van Herkules, een hopsoort met een hoog gehalte aan alfazuren. Het α-zuurgehalte van deze hop was in 2015 7,0% en in 2016 10,2%.Uit smaaktests bleek dat Callista hogere scores haalt dan Ariana. Het lijkt er op dat het smaakprofiel van Callista minder gevoelig is voor de klimaatverschillen dan Ariana. Opvallend omdat het verschil in alfazuur bij deze hop procentueel gezien veel groter is. Overigens was uit de smaaktest ook gebleken dat Callista de vereiste positieve eigenschappen bezit van een aromahop voor gebruik in late hop-toevoegingen en drooghoppen. ![]() Mout ![]()
Crisis Jacques Bertens |
|
Terug naar overzicht |
Hoe leeg is mijn bier? |
februari 2022 |
![]() |
|
Hoe leeg is mijn bier? ![]() stel dat ik een eind s.g. heb van 1010. Dan kan dat de uitkomst zijn van weinig restextract en weinig alcohol of veel restextract en veel alcohol. Zie afbeelding 1. Daarin staan 2 bieren die hetzelfde eind s.g. hebben. Maar bier A heeft weinig restextract en weinig alcohol, bier B veel restextract en veel alcohol. Ondanks hetzelfde eind s.g. zal bier A dus veel “leger” of droger zijn dan B. ![]() Het gehalte aan restextract wordt bepaald door 3 zaken: grondstof, brouwschema en type gist. Grondstof ![]() Ook de gist speelt mee in het eind s.g. of het restextract. Leveranciers van gist geven gewoonlijk aan hoeveel de gist kan omzetten. Er zijn gisten die heel veel soorten suikers kunnen omzetten, dus niet alleen de simpele (glucose en maltose) maar ook de grotere. En er zijn gisten die dat niet kunnen. Leveranciers spreken van schijnbare vergistingsgraad of apparent attenuation van hun gist. Een gist met een lage vergistingsgraad zal dus een hoog eind s.g. opleveren en daarmee veel restextract, een gist met een hoge vergistingsgraad een laag eind s.g. en weinig restextract. Je kunt de schijnbare vergisting van bier uitrekenen en dat is gemakkelijk. De formule daarvoor is: ![]() Er is nog een bijzondere situatie die misschien wel interessant is in dit opzicht. Er zijn bieren waarbij de zogenaamde onvergistbare suikers tóch vergist worden (bij ons meestal als het bier al is afgevuld). Dat tref je aan als je drooghop hebt gebruikt of als je een Brett bier hebt gemaakt. In hop zitten nog amylasen, zeg maar enzymen die zetmeel kunnen afbreken en die pakken de onvergistbare suikers. Als die zijn afgebroken kan de gist die weer omzetten in alcohol en koolzuur. Het gevolg: spuiters maar/en ook een droog bier. Hetzelfde geldt voor Brett-bieren: ook de Brettanomyces kan complexe suikers afbreken maar die heeft daar maanden voor nodig. Ook hier is het gevolg dat het bier heel droog wordt. En heb je het al afgevuld vóór die tijd, dan krijg je een spuiter. Samenvatting |
|
Terug naar overzicht |
Gestokte vergisting |
februari 2022 |
![]() |
|
GESTOKTE VERGISTING Het is allemaal heel normaal. De vergistingsgraad die een mout geeft is niet steeds hetzelfde. Mout is een natuurproduct. Door klimatologische omstandigheden en kleine veranderingen tijdens het vermouten van het graan kunnen er verschillen ontstaan tussen de ene batch en de andere. Er zijn moutsoorten met weinig vergistbare suikers. Bijvoorbeeld donkere caramouten. Als je daar net wat meer van gebruikt daalt de vergistingsgraad. Ook is bekend dat bieren met veel donker geroosterde mouten een lagere vergistingsgraad kennen dan bieren met uitsluitend licht gekleurde mouten. Bij bieren met een heel hoog begin SG heeft de gist het moeilijk. Allereerst heeft de gist last van een hoge osmotische druk waardoor deze stress ondervindt aan het begin van de vergisting. Door vergisting van suikers loopt het alcoholgehalte op. Dit gehalte kan zo hoog worden dat de vergisting hierdoor geremd wordt en zelfs stopt als de grens van de alcoholtolerantie bereikt wordt . De ene gist is de andere niet ![]() Een gestokte vergisting is een vergisting die eerder stopt dan verwacht was. Vaak wordt gekeken naar het recept dat je na brouwt. De kans dat je precies het eind SG haalt van het recept is echter net zo groot als het winnen van een prijs van € 1000 in de Staatsloterij. Het kan wel maar de kans erop is klein. Zoals hiervoor is uitgelegd kan door net een andere mout, een kleine afwijking in de maischtemperatuur of vitaliteit van de gist het zijn dat je SG net wat lager of hoger uitkomt dan bij het origineel. Er is dan geen sprake van een gestokte vergisting. Het eind SG is alleen net een beetje anders. Bij een gestokte vergisting heb je een wezenlijk hoger SG dan zou moeten. Wanneer iemand een SG na de vergisting heeft die op ongeveer de helft ligt van het begin SG gaat bij mij meteen de bel rinkelen. De eerste vraag die ik in zo’n geval stel is: op welke wijze heb je het SG gemeten. 9 van de 10 keer krijg ik dan het antwoord dat gemeten is met een refractometer. Tsja, nog steeds zijn er hobbybrouwers die niet weten dat als je meet een refractometer je een rekentool moet gebruiken. De alcohol die gevormd wordt tijdens de vergisting vertroebelen namelijk de meting. Een refractometer is een optisch instrument. De werking bestaat uit het meten van de brekingsindex van een mengsel van suiker en water. Zodra er ook alcohol in het mengsel zit klopt de meting niet meer. De meeste refractometers hebben een Brix-schaal en een SG-schaal. De SG-waarde die je meet als er alcohol gevormd is klopt dus niet. Dit betekent echter niet dat je met een refractometer niet het eind SG kunt bepalen. Met de juiste formules die wel rekening houden met de brekingsindex van alcohol het wel. Er zijn hiervoor verschillende programma’s. Grafische heel mooi uitgevoerd vind ik BrewKing, een app voor Android smartphones. Door te schuiven met de uitkomsten van de metingen zie je het begin en eind SG en het alcoholgehalte. Echt handig voor het geval je refractometer gebruikt. Ook in Brewfather (heel handige en moderne brouwsoftware) kun je Brix-waarden invoeren die omgerekend worden. Zet de correctiefactor op 1.03 (dat moet je ook doen bij BrewKing). Als het jongbier niet helder is kun je een refracometer niet goed aflezen. Filter een klein beetje jongbier door het een paar keer door een koffiefilter te laten lopen. Eventueel kun je het jongbier vermengen met een beetje bentoniet (te koop bij onze leveranciers) en dan filteren met een koffiefilter. ![]() Het antwoord op de bovenstaande vraag is simpel: wanneer je te weinig actieve gist hebt toegevoegd aan het wort. Dit antwoord geeft ook aan wat je moet doen om een stokkende vergisting te voorkomen: meer actieve gist enten. Uiteraard moet de gist die je ent bestand zijn tegen het alcoholgehalte dat gevormd wordt. Nu zou je kunnen denken dat als je last hebt van een gestokte vergisting je simpelweg meer gist kunt toevoegen aan je bier om het probleem op te lossen. Jammer genoeg lost dat het probleem niet op. Hè hoe kan dat? Het is een gevolg van het feit dat gist niet alleen suikers nodig heeft om te kunnen groeien en leven. Naast suikers heeft gist ook eiwitten, vetten en mineralen nodig. Als je begonnen bent met te weinig vitale gist moeten de gistcellen zich vaker delen. Het gevolg is dat de gist alle belangrijke voedingstoffen benodigd voor de groei verbruikt heeft. Wanneer je aan een dergelijk (jong)bier gist toevoegt kan deze zich niet vermenigvuldigen. De truc om gestokte vergisting is daarom aan het begin van de vergisting meer gist te geven. De gistcellen hoeven zich dan minder vaak te delen waardoor je geen tekort krijgt aan essentiële voedingstoffen. ![]() De laatste tijd kook ik oude gist tijdens het koken van het wort mee. Die gist geef ik aan het begin van het koken. De bedoeling is dat de gistcellen helemaal kapot gekookt worden en dat de inhoud van de cellen vrijkomt. Op deze manier voorzie ik het wort van gistvoeding. Door gist helemaal aan het begin mee te koken raak je ongewenste vluchtige stoffen uit de gist kwijt. Als je reguliere gistvoeding toevoegt aan kokende wort hoor je die de laatste 10 minuten mee te laten koken. Houd wel de pH van het kokende wort in de gaten. Deze hoort tussen de 5,0 en 5,1 te zijn. Deze pH heeft als bijkomend voordeel dat de eiwitten beter uitvlokken en dat je bier wat helderder worden. Je kunt voor het meekoken zakjes gist gebruiken die ver over de houdbaarheidsdatum zitten of slurry van een vorig brouwsel. Op 20 liter wort gebruik ik 1 zakje wort of 40 à 50 ml slurry. Dat je bier zonder haperingen mag vergisten! Jacques Bertens |
|
Terug naar overzicht |
Een verhaal over zure bieren |
februari 2022 |
![]() |
|
LEZING VAN TOON VAN DEN BROEK Ergens in Groningen, op een stille plek tussen fruitbomen, woont een bijzondere Brabander. Nou wonen er in Groningen misschien wel meer bijzondere Brabanders op stille plekken, maar dit is een héél bijzonder Brabander. Zijn naam is Toon van den Broek en hij is bierbrouwer. Om precies te zijn: brouwer van zure bieren. In 2016 lukte het mijn vorige amateurbrouwvereniging in Friesland, De Koperen Tsjettel (DKT), om Toon te strikken voor een lezing. En later ben ik nog twee keer op zijn bedrijf geweest. Hieronder volgt een verslag van zijn lezing, verluchtigd met foto’s die ik later heb genomen. ![]() Historie ![]() In de eerste plaats gebruikt Toon vrijwel geen bleke mout, maar altijd wat donkerder soorten. Het meest opvallende is dat hij niet een infusie of decoctiemethode gebruikt, maar de zogenaamde troebele wort methode. Dat is een tamelijk arbeids-intensief klusje dat hij zich blijkbaar getroost om wort te krijgen die in ieder geval een paar jaar blijft rijpen/ontwikkelen. Het gaat als volgt. Je maakt een dik beslag bij 40 °C. Na 10 minuten druk je een tenen mand of een vergiet in het beslag en je schept het vocht er uit (hij meet blijkbaar wel de temperatuur, maar geen dichtheid of hoeveelheden!). Dit vocht gaan naar de 1e ketel en wordt opgewarmd naar 80 – 90 °C. Het beslag in de maische ketel wordt aangevuld met heet water tot een temperatuur van 52 °C. Weer 10 minuten wachten, vergiet, afscheppen, vocht naar 1e ketel. Dat doe je 3 – 7 keer en heel langzaam gaat de temperatuur omhoog. Als ik de temperatuurstappen goed heb genoteerd is het 40, 52, 60, 67, 72 en 75 °C. Vervolgens gaat de inhoud van de 1e ketel terug naar de maischketel die ook klaringskuip is (of misschien gebruikt hij wel een hevelfilter). Toon gebruikte het woord “slijm” om aan te geven dat er slijm zit bij de inhoud van de 1e ketel. Het filtraat (het hoofdwort) gaat terug naar de ketel. De bostel wordt uitgespoeld met water tot er vrijwel geen suiker meer in het nawort zit. Hij heeft dan 2 volle ketels en de inhoud wordt 3 – 5 uur gekookt tot uiteindelijk 13 (of tegenwoordig liever 11,5) °P. Hij gebruikt tegenwoordig hout om de ketels te stoken en daarmee krijgt hij, bij gebruik van pilsmout en aroma 50, toch een donkerder kleur dan wanneer je op gas stookt. Koelen Wat bij originele brouwerijen een grote rol speelt is dat het koelschip vaak/altijd bovenin een toren staat waar de lucht doorheen kan waaien. Maar niet alleen dat speelt een rol. Het hete wort doet damp opstijgen naar het (oude pannen)dak, condenseert daar en drupt weer neer in het wort. Ziedaar een belangrijke bijdrage van de lokale microbiële flora.
Alles bij elkaar was het een heel ongewone en bijzonder geslaagde lezing van Toon over heel goed geslaagde bieren. Website van zijn brouwerij is www.brouwerijvandenbroek.com |
|
Terug naar overzicht |