4 artikelen uit het clubblad van Juni 2021
Terug naar overzicht | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brouwen van Beiers witbier - alles wat je ooit wilde weten |
juni 2021 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door: Fons Michielsen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brouwen van Beiers witbier – alles dat je ooit wilde weten. (6000 woorden)
1. GESCHIEDENIS VAN HET BEIERS WITBIER Hoe het begon 2. SOORTEN WITBIER De gemeenschappelijke noemer van Beiers tarwebier is het overheersende smaakprofiel van het tarwe biergist. Het klassieke Witbier heeft een kenmerkende balans tussen fenolachtige (kruidnagels, specerijen) en esterachtige (banaan, peer, rood fruit) aroma’s, maar er wordt momenteel een heel uiteenlopende reeks van bieren gemaakt van totaal specerij-achtige naar totaal fruit-achtige aroma’s. Het bananenaroma wordt veroorzaakt door een combinatie van isoamylacetaat met een beetje ethylacetaat. Bij hogere concentraties van ethylacetaat wordt het bananenaroma gemaskeerd en dat leidt dan tot een fruitachtige kauwgomsmaak. Witbier ondersoorten worden ingedeeld naar de kleur van de gebruikte mout en het begin s.g.. In de tabel hieronder een aantal van de gewone ondersoorten Kristalweizen heeft eenzelfde moutsamenstelling als het lichtgekleurde Witbier en ongeveer 20 % hogere bitterheid (in IBU) om het frisse en sprankelende karakter te benadrukken. Het bier is gefiltreerd en/of geklaard met behulp van gelatine en kiezelgoer in combinatie met een neutrale, goed uitvlokkende gist zoals Fermentis CBC-1.
3. HET BROUWEN VAN WITBIER De kenmerkende smaak van Witbier komt vooral van esters en fenolen. De belangrijkste component hiervan is isoamylacetaat die we kennen van de bananensmaak en 4-vinylguajacol (4VG) en in mindere mate 4-vinylphenol (4VP) die beide een kenmerkende, scherpe smaak van kruidnagel geven. Deze stoffen worden gemaakt door gist en de mate waarín wordt gedeeltelijk bepaald door de moutsamenstelling en de toegepaste rusten. In de tabel hieronder staan de factoren genoemd die de smaak van het Witbier meer in de richting van banaan of meer in de richting van kruidnagel sturen. Zoals hieronder nog wordt uitgelegd is het niet handig om het bier volledig in de richting van banaan of volledig in de richting van de kruidnagel te sturen.
Overwegingen om meer kruidnagelsmaak te krijgen Doel 1: 1 – 2,5 mg/l 4VG Advies: veel tarwe gebruiken, W68 gist met 4 – 5 miljoen/ml. Aanenten op 18 ⁰C, laat de temperatuur langzaam oplopen. Na de hoofdvergisting kun je warm navergisten gedurende 2 – 3 weken.
4. GRONDSTOFFEN / INGREDIËNTEN Niet meer dan 0,6 % van alle tarwe die jaarlijks in Duitsland wordt geproduceerd wordt gebruikt voor vermouten. Het is daarom niet de moeite waard om tarwerassen te kweken die speciaal geschikt zijn voor brouwen en het gebeurt dan ook niet. De tarwerassen die momenteel worden geteeld voor veevoer en humane consumptie hebben een erg hoog eiwitgehalte en veel gluten. Deze tarwe is totaal ongeschikt voor vermouten, zelfs al kunnen mouters best wel compenseren voor het hoge eiwitgehalte en de hoge viscositeit. Mouters hebben daarom voorkeur voor partijen tarwe die als gevolg van klimatologische of lokale omstandigheden ongeschikt zijn voor humane consumptie (niet goed genoeg voor brood) of veevoer. Je zou dus kunnen zeggen dat de tarwe die gebruikt wordt voor brouwen eigenlijk nergens anders goed voor is.
* De hoeveelheid ferulinezuur kan in tarwemout sterk variëren en kan wel bij gerstemout in de buurt komen 4.1 Tarwemout Lichte tarwemout (3 – 5 EBC) 4.2 Brouwwater Tarwebieren zijn tamelijk ongevoelig voor het waterprofiel. In het algemeen zijn hardheden tot 10 ⁰dH (graden Duitse hardheid) geen probleem. Maar je moet dan wel letten op de hogere pH van het beslag tijdens het brouwen. De redenen dat tarwebieren gemaakt kunnen worden met nogal wat waterprofielen zijn:
Hogere zoutgehaltes kunnen wel de zachtere smaak van het bier verminderen. Daarom is het raadzaam om het water te ontharden in plaats van het toevoegen van brouwzouten. Om bovengenoemde redenen wordt daarom het aanzuren van het beslag achterwege gelaten. Het blijkt dat bier uit een aangezuurd beslag minder aangename estersmaken heeft. Het aanzuren van het wort 10 minuten voor het einde van het koken kan het fenolische (kruidnagel) en het frisse karakter van het bier verbeteren, aldus Drexler (Witbierbrouwerij Schneider-Weisse).
4.3 Hop Het belangrijkste doel van hop in Witbier is conservering. Daarom zal een Duits tarwebier zelden bitterder zijn dan 15 IBU. Een grotere hopbitterheid zou fruitige esters en scherpe fenolen meer naar voren laten komen. Je moet oppassen met hard water omdat hopgebruik onevenredig toeneemt met de pH van het wort. Geschikte hoppen zijn de traditionele landrassen (Tettnang, Hallertau) en de wat nieuwere hopsoorten met tweeledig effect (bitter én aroma) zoals Saphir, Huell Melon, Mandarina Bavaria en Hallertau wit. 4.4 Giststammen Het karakter van het Witbier wordt bepaald door de gist. De typische Witbierstam behoort tot de POF+ gisten die in vergelijking met andere ale gisten beduidend meer fenolzuren (4VG of kruidnagelsmaak) en isoamylacetaat (bananensmaak) produceren. De klassieke, vaak gebruikte W68 stam produceert een goede balans tussen 4VG en isoamylacetaat. De W175 stam produceert meer 4VG en meer isoamylacetaat en bovendien meer ethylacetaat, waardoor bij hoge concentraties de bananensmaak en de kruidnagelsmaak wat worden gemaskeerd. Hierdoor krijg je een wat minder herkenbaar fruitachtige smaak. Te hoge ester concentraties kunnen ook leiden tot oplosmiddel/medicinale smaken.
Zymoferm Zo34, soort “Ayinger”
Weihenstephan 175
WLP380 Hefeweizen IV Ale gist
Wyeast 3333 Duitse Tarwe
Wyeast 3056 Beiers tarwe
Droge gist
5. INFUSIE VERSUS DECOCTIE PROCES Om de karakteristieke smaken van Beiers Witbier te kunnen maken is het noodzakelijk om een meerstaps maischproces te gebruiken. Dat kun je doen door middel van infusiebrouwen of met een twee- of driestap decoctieproces. Decoctiebrouwen wordt nog veel gedaan in Witbier brouwerijen (2011: 40 % van alle brouwerijen). Hermann kon geen analytische of smaakverschillen ontdekken tussen Witbier gemaakt met decoctie of infusiebrouwen. Witbier gemaakt via decoctie gaf wel een betere schuimstabiliteit en een stabielere troebeling. Aanvullende informatie over het brouwproces kan hier worden gevonden: (Auswahl eines Maischverfahrens unter “Infusion vs. Dekoktion – der aktuelle Stand”// alleen in Duits). De Hermann methode of het maltaseproces dankt zijn naam aan de extra rust op 45 ⁰C welke de beste temperatuur is voor het enzym maltase. Dit enzym splitst de dubbele suiker maltose in twee moleculen glucose. De grondstof (het substraat) voor deze reactie is de maltose die is ontstaan tijdens de eerste versuikeringsrust boven de 60 ⁰C. Maar op deze temperatuur is het enzym maltase al lang gedenatureerd. Daarom is een extra stap nodig. 6. DE VORMING VAN ESTERS IN DETAIL Isoamylacetaat, dat verantwoordelijk is voor de typische bananensmaak (zie afbeelding 2), wordt geproduceerd door een enzymatisch gekatalyseerde verestering van acetyl-CoA en isoamylalcohol. Twee factoren zijn bepalende: ten eerste de activiteit van de betrokken enzymen en ten tweede de hoeveelheid substraat (d.w.z.isoamylalcohol en acetyl-CoA). Onderzoek is lang gericht geweest op het substraat, dus op de omstandigheden waaronder meer hogere alcoholen en acetyl-CoA worden gevormd. Hogere alcoholen (zoals isoamylalcohol) schijnen, volgens onderzoek, de vorming van esters vertragen, maar de resultaten zijn niet eensluidend. Er zijn onderzoeken waarbij toevoeging van isoamylalcohol leidt tot de vorming van extra isoamylacetaat. Maar andere maatregelen, die ook leiden tot meer hogere alcoholen, zoals meer zuurstof of meer roeren tijdens vergisting, leiden tot juist lagere concentraties aan esters. Omdat deze relatie niet duidelijk is heeft recent onderzoek meer de nadruk gelegd op de activiteit van het enzym alcohol acyl transferase (zie hiernaast afbeelding 3). Naast individuele genetische factoren van de giststammen wordt hun activiteit en daarmee hun estervorming geregeld door een complex mechanisme waarbij verscheidene factoren zijn betrokken zoals hoeveelheid suikers, zuurstof, stikstof en andere voedingsstoffen. Sommige van deze factoren worden hieronder nader toegelicht.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Terug naar overzicht |
Zuurbier |
juni 2021 |
Door: Jacques Bertens | |
BERTENS BLIK IN DE BROUWKETEL
De juiste gist Een paar maanden geleden heb ik uitgelegd, hoe je een zuur bier kunt brouwen met Fermentis SafSour LP-652 door middel van “kettle souring”. Je laat daarbij het wort voorafgaand aan het koken verzuren door melkzuurbacteriën. Ik heb toen ook aangestipt dat er nog een andere manier is om zure bieren te brouwen. Een heel eenvoudige manier zelfs. Het enige wat je daarvoor hoeft te doen is een nieuwe gist van Lallemand te gebruiken met de naam Philly Sour. Het is een afwijkende gist omdat het geen saccharomyces gist is. Niet eerder heeft Lallemand een niet- saccharomyces gist op de markt gebracht. Voor degenen die het niet weten Lallemand is een Canadees bedrijf dat veel verschillende gisten produceert. Philly Sour is door Lallemand ontwikkeld in nauwe samenwerking met de universiteit van Philadelphia. Volgens de ontwikkelaars is de gist in de achtertuin van de universiteit gevangen. Men was namelijk op zoek naar gisten met unieke eigenschappen. Er zijn heel veel wilde gisten gevangen. Het was zoeken naar een speld in een hooiberg. Door het maken van proefbrouwsels is gekeken van de brouweigenschappen van de gisten. Productie De gist is vervolgens in productie genomen door Lallemand. Dat is fijn voor ons hobbybrouwers omdat het werken met een gedroogde gist veel handiger is dan met vloeibare gist. Dit geldt vooral voor het doseren van gist. Overigens heeft het doseren van gist een grotere invloed op de smaak van je bier dan vaak gedacht wordt. Achteloos wordt er vaak een zakje gist bij het bier gedaan terwijl ¾ zakje of 1,5 zakje veel beter zou zijn geweest. Vaak wordt ook geen aandacht besteed aan het feit dat niet alle zakjes evenveel gist bevatten. Zoals ik hierna uitleg is ook bij het gebruik van Philly Sour de dosering van groot belang. . . . . .... Ook het bewaren van gedroogde gist is veel handiger dan bij vloeibare gist en je hoeft geen giststarter te maken. Hydrateren is ook niet nodig. Gewoon over het wort strooien volstaat. Er zitten in een verpakking gedroogde gist meer gistcellen dan in een verpakking vloeibare gist. Als je gistcellen te kort komt voeg je een tweede verpakking toe. Korrelgist is veel goedkoper dan vloeibare gist. Het mooie is dat er steeds meer gedroogde gisten beschikbaar zijn. Als je meer gist nodig hebt kun je eenvoudig meerdere verpakkingen toevoegen. Dat heeft de voorkeur boven het maken van een giststarter met korrelgist omdat je dan nooit weet hoeveel gistcellen er precies bijgekomen zijn. Ook loop je het risico dat de gist geen voeding meer heeft als je een te kleine starter maakt en de starter helemaal laat uitgisten. Het gevolg daarvan is dat de gist gaat interen op zijn reservestoffen waardoor deze zich juist minder goed vermenigvuldigd. In het wild gevangen In de achtertuin van de Universiteit (om precies te zijn in een park behorende bij een begraafplaats 😊) zijn dus meerdere wilde gisten gevangen (een kleine duizend). Onder deze wilde gisten waren veel gisten die hele vervelende smaken aan bier geven. Er waren er zelfs bij waarvan je ziek wordt. Het is niet voor niets dat je moet oppassen voor infecties met wilde gisten. Uiteindelijk is er voor gekozen om één stam in productie te brengen. Deze stam heeft meerdere positieve eigenschappen: Vergisting Typerend voor de vergisting met Philly Sour is, dat de pH aan het begin van de vergisting snel daalt waarbij eenvoudige suikers worden om gezet in melkzuur. Pas daarna worden maltose en maltotriose door de gist verbruikt voor de alcoholproductie. Naast ethanol wordt ook een redelijke hoeveelheid glycerol gevormd. En dat is een fijne bijkomstigheid omdat glycerol bijdraagt aan de volmondigheid van een bier. Als je een iSpindel. TILT, of een BrewBrain Float hebt, zoals ik, dan kun je het verloop van de vergisting volgen. Bij gebruik van Philly Sour zie je dat vergisting langzaam op gang komt, dan volgt een periode dat de vergisting langzaam verloopt en dat daarna het SG sneller daalt. De hoeveelheid Philly Sour die je ent heeft grote invloed op de pH-waarde van het uiteindelijke bier. Zowel onder-enten als over-enten zorgt er voor dat de pH relatief hoog is. De laatste pH-waarde krijg je als je per liter wort (SG 1050) tussen de 1 en 1,5 gram gist ent. Omdat Philly Sour eenvoudige suiker omzet in melkzuur heeft ook het toevoegen van glucose een invloed op de pH en de smaak die de gist geeft. Door de glucosegift krijg een verdere daling van de pH. Bij een volmout wort krijg je esters met een rode appel/ciderachtig aroma. Een wort met glucose geeft meer esters met een steenvruchten-/perzikaroma. Je kunt de smaak van het bier ook beïnvloeden via je maischschema. Als je stuurt op meer vergistbare suikers zal de pH meer dalen.
Naast het webinar van Lallemand heeft ook “Bryan”, een microbioloog en hobbybrouwer, interessante informatie gedeeld op het internet. Hij heeft een artikel geschreven met als titel: -de Roerstok, juni 2021- In het artikel staan een aantal grafieken die zo helder zijn dat ik ze niet nader toelicht. Wel wijs ik erop dat de gist snel afsterft en dat daarom overhevelen aan te bevelen is zodra de hoofdgisting is afgerond. In februari van dit jaar heb ik een bier gebrouwen met Philly Sour. Het was een vrij eenvoudig recept met 82,5% pilsmout, 12,5% pale mout en 5% carabelge mout. De gebruikte hoppen zijn Lemondrop, Citra en Ekuanot. Dat zijn hopsoorten die naar mijn idee goed passen bij het fruitig zurige aroma van de gist. Het begin SG was 1050. Ondanks dat ik zowel een late hopgift gegeven heb 2 minuten voor het einde koken, een vlamuit hopgift bij 80 °C en ook koudhop heb toegevoegd, heeft het bier geen echt hoparoma gekregen. Wel is het een aangenaam zuurbier dat met de tijd steeds complexer wordt van smaak. Het is denk ik een bewaarbier. Met de tijd zal het bier zachter en ronder van smaak worden. Ik hoop het jullie te kunnen laten proeven als we weer fysieke clubavonden kunnen hebben. Als iedereen zich laat vaccineren komt dit weer snel in beeld verwacht ik.
|
|
Terug naar overzicht |
Bier(platen)koeler |
juni 2021 |
Door: Huub Soemers | |
BIER(PLATEN)KOELER Een tijdbesparende upgrade Als je 19 liter batches bier brouwt is een kleine koeler met 20 platen voldoende. Maar wil je minder water gebruiken is een platenkoeler met meer platen een goede investering, zeker met het oog op de toekomst. Ons (drink)water zal enkel maar duurder worden! Hier in New England krijgen we in de winter erg koud water uit de kraan. Als ik mijn kraan helemaal opendraai, kan ik met mijn platenkoeler met 20 platen het wort terug koelen tot 21 °C en rechtstreeks in mijn gistingsvat pompen. In de zomer duurt het wat langer, dus dan recirculeer ik het nog niet genoeg gekoelde wort gewoon terug in mijn brouwketel ketel totdat de Blichmann thermometer aangeeft dat het wort op de juiste temperatuur is om direct de gist toe te kunnen voegen. Het gebruik van deze Blichman thermometer is optioneel, maar het maakt het koelproces een stuk eenvoudiger, omdat je in een oogopslag ziet hoe koud jouw wort precies is, dus geen giswerk meer! Het gebruik van camlock snelkoppelingen is naar mijn mening aan te bevelen. Zo kun je makkelijk alle onderdelen op je koeler en (eventuele) pomp rechtstreeks aansluiten. Nog beter zijn de zogenaamde Tri-clamp koppelingen (zie clubblad van De Roerstok maart 2021 blz.24). Om een optimale doorstroming te krijgen raad ik je aan om over te stappen op een silicone slang met (binnen)diameter van ½ duim (12 a 13 mm). Je krijgt hierdoor een veel beter debiet (volume/snelheid). Ik heb gekozen voor 2 mannelijke koppelings-helften (zogenaamde adaptors) aan de wortzijde van de koeler om een paar redenen. Hierdoor kun je de pomp aan beide kanten van de koeler aansluiten. Zo kun je de reinigingsvloeistof in beide richtingen laten recirculeren tijdens het schoonmaken. Wees wel voorzichtig, want dit betekent ook dat je het wort in de verkeerde richting kunt laten stromen en hierdoor niet erg efficiënt meer koelt. De beide vloeistoffen (koelwater en wort) moeten altijd tegen elkaars stromingsrichting stromen, vandaar de naam tegenstroomkoeler! Zorg er wel voor dat je de juiste soort (dikwandige) silicone slang (foodgrade) koopt. Dunwandige slang is minder geschikt voor hete vloeistoffen. Die zijn zo dun dat de slangen onmiddellijk zullen gaan knikken en de wortstroom zullen stoppen. Je moet er ook voor zorgen dat je een stevige slang gebruikt voor de waterzijde. Als je goedkope slang gebruikt die minder sterk is, kan de slang ook knikken of zelfs kapotgaan. Geloof mij maar, door schade en schande wijzer geworden! Ik gebruik nu een iets duurdere maar stevigere tuinslang. Het gebruik van (Gardena) snelkoppelingen aan de waterzijde van de platenkoeler is ook optioneel maar wel heel erg aan te bevelen. Gereedschap en materialen om de koeler te kunnen aansluiten Let op! Voor het aansluiten van het koelwater op jouw drinkwaterkraan moet je zelf even kijken wat je precies nodig hebt. Dat geldt natuurlijk ook voor de aansluiting van je brouwketel. In mijn opstelling heeft de persleiding van mijn pomp een rvs ½ duim adopter als aansluiting. 1. Plaatkoeler in elkaar zetten 2. Slangen 3. Waterkant tuinslangen 4. Testen en voorbereiden 5. Brouwdag 6. Reinigen Bron: BYO Mei-Juni 2021 |
|
Terug naar overzicht |
Refractie en dichtheid tijdens vergisten |
juni 2021 |
Door: Fons Michielsen | |
Refractie en dichtheid tijdens vergisting Als je wort aan het vergisten bent wil je graag weten hoe ver de vergisting is gevorderd. Er zijn verschillende methoden voor: je kunt het aantal belletjes tellen dat uit je waterslot komt, je kunt je vat wegen om de gewichtsvermindering vast te stellen, je kunt de dichtheid bepalen en je kunt de refractie of lichtbreking meten. Over die laatste twee methoden wil ik wat vertellen.
Duidelijk is te zien dat de relatie tussen dichtheid (op de Y-as) en refractie (op de X-as) een rechte lijn is. Met andere woorden: de refractie daalt even snel als de dichtheid (of omgekeerd natuurlijk) en daarmee is de meting van het verloop van de vergisting met refractie net zo betrouwbaar als met de dichtheid.
Een enkele scepticus kan de wenkbrauwen optrekken en zeggen dat zo’n Excel-bestandje wel lekker gemakkelijk is, maar dat is geen bewijs. Ahwel, daartoe heb ik mezelf een experiment aangedaan. Ik heb moutextract opgelost tot een dichtheid van 1054, gist toegevoegd en het wort verdeeld over 13 flesjes van 0,5 liter. Alles in de klimaatkast en regelmatig een monster getrokken. Dat wil zeggen: steeds een andere fles genomen en daarvan dichtheid en refractie gemeten. Zie onderstaande tabel.
Het is een aardig resultaat waarvoor ik graag even wat meer ruimte inruim. Zoals te zien in grafiek 3 is de relatie tussen refractie en dichtheid in de praktijk ook een rechte lijn, net zo fraai als in de grafiekjes hierboven die zijn gemaakt met behulp van een Excelbestandje.
Zeker zo aardig is het verloop in de tijd. Daar zitten wel rare bochtjes in maar je moet bedenken dat de metingen steeds in andere flesjes zijn gedaan. Zie grafiek 4 en 5.
In beide grafiekjes hierboven is goed te zien dat de curve afvlakt aan het einde: de vergisting is blijkbaar afgelopen. De curves verlopen op dezelfde manier: blijkbaar geven refractie en dichtheid dezelfde en gelijkwaardige informatie. Eigenlijk zijn het gewoon heel aardige resultaten in heel aardige grafiekjes.
De laatste vraag: als je nou die gemeten waarden van de refractie invult in het Excelbestand, krijg je dan dezelfde waarden van de dichtheid? In de tabel hierboven staan in de eerste kolom de gemeten waarden van de refractie, in de tweede de gemeten waarden van de dichtheid en in de derde kolom de berekende waarden van de dichtheid. Je ziet dat er nauwelijks verschil tussen zit. Alleen bij de lagere waarden van de gemeten refractie scheelt de dichtheid 2 punten. Dat is niet heel weinig maar ook niet slecht vind ik. Ik heb beide ook grafisch uitgezet in het grafiekje hierboven. Oftewel: je kunt gerust de vergisting volgen met refractie. Dat scheelt een hoop wort/bier en je hebt wat minder kans op infectie (je hebt maar een druppeltje nodig). Oh ja, een refractometer is zo’n ding als hiernaast. Ze kosten zo’n €36 en zijn heel erg handig. Fons Michielsen
|
|
Terug naar overzicht |